Het jaar: 1913. Voorjaar 1913, om precies te zijn. De plaats: Wenen, hoofdstad van het immense Oostenrijk-Hongaarse rijk. De hoofdrolspelers: 5 mannen die bepalend waren voor de geschiedenis van de 20ste eeuw en die elk op hun manier hun stempel op de wereld zouden drukken. Is dit het sterk gedramatiseerde begin van een docudrama? Nee hoor. Zoals zo vaak in de geschiedenis, overtreft de realiteit de fictie. Want in dezelfde stad woonden op hetzelfde moment Stalin, Trotski, Hitler, Tito en Sigmund Freud.
Dus, wat deden ze daar?
Joseph Stalin, later secretaris-generaal van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie en de facto dictator van de Sovjet-Unie, was in die tijd een verbannen revolutionair. Hij verbleef een korte tijd in Wenen en ontmoette er niemand minder dan Leon Trotski, communistisch activist en Stalins latere politieke tegenstander. Deze ontmoeting werd ook neergepend door Trotski, die journalist was en op dat moment al langere tijd in Wenen woonde. Trotski zou naar verluidt een frequent bezoeker geweest zijn van het koffiehuis waar ook Adolf Hitler vaak gesignaleerd werd.
Die jonge Oostenrijker was naar Wenen getrokken in de hoop kunstschilder te worden. Hoewel hij tot twee keer toe geweigerd werd door de Weense kunstacademie, bleef hij wel schilderen. Gedurende enkele jaren verdiende Hitler zijn brood met de verkoop van kleine schilderijen en geschilderde ansichtkaarten van Wenen, tot hij in mei 1913 naar München trok om daar hetzelfde te doen alvorens hij zich in 1914 bij het leger aansloot om mee te vechten in WWI.
Josip Broz, later Tito, communistische revolutionair en president van Joegoslavië, trok enkele jaren van stad naar stad alvorens in te trekken bij zijn oudere broer in Wenen. Hij vond werk in Wiener Neustadt, net ten zuiden van Wenen, bij het autobedrijf Austro-Daimler, tot hij in mei 1913 werd ingelijfd bij het Oostenrijks-Hongaars leger.
Freud en Franz Ferdinand
En dan was er natuurlijk nog psychoanalist Sigmund Freud. In tegenstelling tot de anderen was hij al een gevestigde waarde, die al vele jaren praktiseerde aan de Berggasse 19. Heeft hij een van de andere mannen ontmoet? Of zij elkaar, nog voor ze met elkaar kennismaakten op het politieke toneel vele jaren later? Niemand die het weet, maar het is wel leuk om over na te denken. Zeker omdat er nóg iemand anders in Wenen woonde op dat moment, met name in Belvedere Palace. Daar woonde de troonopvolger van keizer Frans Jozef I, diens neef, aartshertog Franz Ferdinand. Dezelfde Franz Ferdinand die vermoord werd in Sarajevo in 1914; dé lont in het kruitvat – zoals mijn geschiedenislerares van de middelbare school het altijd zo mooi verwoordde – die de geschiedenis inging als de aanleiding voor Wereldoorlog I.
Wat als?
Wat als? Wat als deze mannen elkaar meerdere keren tegen het lijf waren gelopen in de beroemde koffiehuizen? Politieke ideeën hadden uitgewisseld? Elkaar hadden overtuigd van andere politieke standpunten? Wat als Hitler in therapie was gegaan bij Freud? Wat als een catastrofe Wenen had getroffen, en geen van deze mannen het had overleefd? De geschiedenis had heel anders kunnen lopen. Maar, dat is net het leuke aan geschiedenis. Als jij ooit denkt dat je leven geen zin heeft in het grotere geheel, denk dan maar anders. De geschiedenis staat bol van kleine toevalligheden en daden van enkelingen die de loop van de grotere geschiedenis op waanzinnige manieren hebben beïnvloed. De realiteit overtreft de fictie, altijd.